De do’s en don’ts van een niet-concurrentiebeding in een zelfstandige dienstverleningsovereenkomst

Geschreven door

Expertise

Publicatie

09 February 2024

In België geldt, indien contractueel niets anders is bepaald, het basisprincipe van vrij ondernemen. Dit betekent dat zelfstandige dienstverleners concurrentiële activiteiten in eigen naam of voor een rechtstreekse concurrent kunnen uitoefenen.   

Het niet-concurrentiebeding is nochtans een beding waarmee elke ondernemer bekend moet zijn wanneer er geopteerd wordt om te werken met zelfstandige dienstverleners. Als ondernemer heeft u er alle baat bij om in de overeenkomsten een niet-concurrentiebeding op te nemen om duidelijke regels vast te leggen en zo mogelijke concurrentie van de dienstverlener te beperken. 

In tegenstelling tot bij arbeidsovereenkomsten en overeenkomsten met handelsagenten, bestaat er in wezen geen wettelijk kader voor het opstellen van een niet-concurrentiebeding. Aangezien zo’n beding het recht op vrij ondernemen beperkt, zijn dergelijke bedingen niet steeds geldig.

In dit artikel lichten we graag toe waarop u moet letten bij het opnemen van een niet-concurrentiebeding in uw overeenkomst met een zelfstandige dienstverlener. 

Wat houdt een niet-concurrentiebeding in?  

Een niet-concurrentiebeding is een beding dat één of beide contractpartijen verbiedt om een concurrerende onderneming op te starten of om bij een concurrerende onderneming te gaan werken.

Partijen beschikken bij zelfstandige dienstverlening over de vrijheid om een niet-concurrentiebeding op te nemen in hun (dienstverlenings)overeenkomst.

Voorwaarden voor een geldige overeenkomst

Om geldig te zijn, moet een niet-concurrentiebeding beperkt zijn in tijd, in geografisch gebied en in de activiteiten. Hieronder gaan we kort in op elk van deze voorwaarden. 

1. Beperkt in tijd 

Een niet-concurrentiebeding moet beperkt in de tijd zijn. De overeenkomst moet daarom een maximale duur specificeren.  

De maximale duurtijd zal steeds geval per geval moeten worden beoordeeld, rekening houdend met de concrete omstandigheden, de betrokken sector, de duurtijd van de samenwerking, etc. Daarnaast dient de duurtijd ook proportioneel te zijn met o.a. de duurtijd van de overeenkomst. Wanneer u een samenwerking aangaat van 1 jaar, doch voorziet in een niet-concurrentiebeding van 3 jaar, kan dit als disproportioneel aanzien worden, tenzij er andere concrete omstandigheden spelen die deze termijn kunnen rechtvaardigen. 

2. Beperkt tot een bepaald geografisch gebied

Een niet-concurrentiebeding moet daarnaast ook beperkt zijn tot een bepaald geografisch gebied. Het concurrentieverbod mag territoriaal in principe niet verder reiken dan hetgeen noodzakelijk en proportioneel is. U kan niet opnemen dat uw contractspartij geen activiteiten binnen Europa mag uitoefenen indien u als onderneming enkel binnen België werkzaam bent.  Ook hier maken we de kanttekening dat bij de beoordeling naar de geldigheid van een niet-concurrentiebeding steeds alle concrete omstandigheden in aanmerking moeten worden genomen. 

3. Beperkt inzake de activiteiten

Als laatste moet zo’n beding steeds de verboden concurrentiële activiteiten nauwkeurig en correct omschrijven. De tijdelijke verboden moeten betrekking hebben op de activiteiten die de zelfstandige dienstverlener uitoefende gedurende de duurtijd van de overeenkomst. 

Sancties bij het opnemen van een ongeldig niet-concurrentiebeding

Uit bovenstaande uiteenzetting blijkt dat een goede formulering van het beding belangrijk is, aangezien een te ruime omschrijving de vrijheid van ondernemen te sterk beperkt. Wanneer een niet-concurrentieverplichting te vergaand is, kan een rechter dit ongeoorloofd niet-concurrentiebeding al dan niet geheel of gedeeltelijk nietig verklaren. 

Om deze reden doet u er ook steeds goed aan om een matigingsbeding te voorzien in de overeenkomst. Zo’n beding stipuleert dat nietige bedingen niet worden vernietigd, maar wel gematigd/herleid worden tot hetgeen wettelijk maximaal toegelaten is. Zo bouwt u een vangnet in het geval de rechter zou oordelen dat het beding disproportioneel is.  

Gevolgen schending van een niet-concurrentiebeding

Bij een schending van een niet-concurrentiebeding is er sprake van een contractuele wanprestatie waarbij de contractspartij aansprakelijk kan worden gesteld voor alle schade die hieruit voortvloeit. 

In geval van de schending van een niet-concurrentiebeding is het vaak ingewikkeld om de geleden schade te bewijzen en te begroten. Om deze reden is het dan ook aan te raden om in het niet-concurrentiebeding een (niet buitensporige) forfaitaire (vaste) schadevergoeding op te nemen die verschuldigd is in geval van inbreuk. Dit onder het voorbehoud dat indien de werkelijk geleden schade hoger ligt dan de forfaitair bepaalde schadevergoeding, een hogere schadevergoeding kan gevorderd worden. Dit vormt meteen ook een stimulans voor de contractspartij om het niet-concurrentiebeding na te leven.

Besluit:

Een niet-concurrentiebeding in een zelfstandige dienstverleningsovereenkomst is dus steeds mogelijk indien er is voldaan aan de voorwaarden zoals hierboven uiteengezet. Heeft u vragen over het opstellen van een geldig niet-concurrentiebeding, aarzel dan niet om ons te contacteren. Onze cel ondernemen staat u graag bij het opstellen van een correcte overeenkomst.