Een scheiding brengt vaak heel wat moeilijkheden en bezorgdheden met zich mee: wie kan er in de gezinswoning blijven wonen? Bij wie zullen de kinderen ingeschreven worden en hoe vaak ziet de andere ouder de kinderen? … Bij voorkeur geraken beide ouders het samen eens over (enkele van) deze moeilijkheden, maar wat als jouw kind aangeeft niet naar de andere ouder te willen gaan? Kan jouw kind zelf beslissen om niet, of minder vaak dan werd afgesproken, naar de andere ouder te gaan?
Of een kind enige zeg heeft in de omgangsregeling die wordt opgelegd, is afhankelijk van de leeftijd van het kind. In deze nieuwsblog bezorgen we u een overzicht naargelang de leeftijd van het kind.
Een meerderjarige kan steeds zelf beslissen bij welke ouder hij of zij verblijft. Het ouderlijk gezag eindigt immers (in principe) van zodra een kind meerderjarig is.
Een minderjarig kind daarentegen kan niet zelf beslissen bij welke ouder hij of zij verblijft. Dit is een beslissing die de ouders in eerste instantie samen nemen. Als de ouders een akkoord hebben bereikt, moet de minderjarige zich neerleggen bij dit akkoord. Het is aan de ouders om de minderjarige te stimuleren zodat deze regeling nageleefd wordt. Wordt de regeling niet nageleefd, dan kan er bijvoorbeeld een dwangsom gekoppeld worden aan de verblijfsregeling. Elke keer dat een ouder ervoor zorgt dat het kind niet naar de andere ouder gaat, moet deze ouder een som geld betalen aan de andere ouder.
De situatie is anders wanneer de ouders onderling niet tot een akkoord kunnen komen en er een procedure opgestart wordt bij de rechtbank. De rechtbank zal in dat geval een beslissing nemen over de verblijfsregeling. De rechtbank neemt steeds een beslissing in het belang van het kind. Het belang van het kind wordt door de rechter beoordeeld en spoort niet altijd met de wil of de wens van het kind. De rechter houdt immers rekening met allerhande factoren zoals onder meer de woonsituatie en -locatie van de ouders, de praktische beschikbaarheid van de ouders, … Wanneer het kind een bepaalde leeftijd heeft bereikt, kan de rechtbank ook rekening houden met de wens van het kind.
Wanneer een kind jonger dan twaalf jaar is, krijgt het in principe niet de mogelijkheid om gehoord te worden door de rechter. De wetgever gaat ervan uit dat een kind jonger dan twaalf jaar nog niet voldoende onderscheidingsvermogen heeft om zijn mening te uiten.
Het kan soms zijn dat een kind vrij ‘volwassen’ is voor zijn of haar leeftijd en wel al voldoende capabel is om zijn of haar wensen en mening kenbaar te maken. In dat geval kan gevraagd worden om het kind toch te horen, ook al is het kind jonger dan twaalf jaar.
Wanneer de vraag uitgaat van het kind zelf of van het Openbaar Ministerie moet de rechtbank ingaan op dit verzoek. De rechtbank kan dit verzoek alleen afwijzen als het kind al eens eerder in de procedure gehoord werd door de rechtbank en er geen nieuwe omstandigheden zijn die een nieuw gesprek rechtvaardigen.
Als de vraag gesteld wordt door een van de ouders, kan de rechtbank het verzoek om het kind te horen weigeren, ook indien er eerder nog geen gesprek heeft plaatsgevonden tussen het kind en de rechter.
Wanneer het kind twaalf jaar of ouder is, krijgt de minderjarige altijd de mogelijkheid om gehoord te worden door de rechter. De rechter is echter niet verplicht om de minderjarige nogmaals te horen als deze eerder in de procedure al eens gehoord werd, tenzij er een nieuw element voorhanden zou zijn dat een nieuw onderhoud met de minderjarige rechtvaardigt.
Een minderjarige van twaalf jaar of ouder wordt dus in principe steeds schriftelijk uitgenodigd door de rechter voor een gesprek. Dit gesprek vindt plaats in alle sereniteit, zonder aanwezigheid van (een van) de ouders en de rechter zal er alles aan doen om de minderjarige gerust te stellen. De minderjarige beslist zelf of hij of zij op deze uitnodiging wil ingaan.
Van dit gesprek wordt een globaal verslag opgesteld. Dit verslag wordt nadien toegevoegd aan het dossier waardoor de ouders en hun advocaten het verslag ook kunnen lezen. De minderjarige wordt hierover geïnformeerd.
De rechter zal steeds rekening houden met hetgeen door de minderjarige wordt gezegd, maar neemt ook andere factoren in acht. De rechter neemt een beslissing op basis van alle informatie die voor zich ligt. Zo oordeelde het Grondwettelijk Hof recent dat de beslissing over de verblijfsregeling van een kind ook een impact heeft op zijn eventuele halfbroers en – zussen. Bij de beoordeling van wat de meest passende verblijfsregeling is, kan de rechtbank dus ook rekening houden met de wensen van (minderjarige) halfzussen en halfbroers. Ook de minderjarige halfzussen en halfbroers kunnen bijgevolg gehoord worden door de rechtbank zodat ook met hun visie rekening gehouden kan worden.
Als een kind aangeeft dat het geen enkel contact meer wil met de andere ouder, zal de rechtbank nagaan of dit wel in het belang is van het kind. De rechter kan er bijvoorbeeld ook voor opteren om in eerste instantie een deskundige aan te stellen om het contact tussen het kind en de andere ouder te herstellen, dan wel om het contact langzaam maar zeker op te bouwen. Slechts uitzonderlijk oordeelt een rechtbank dat het in het belang van een kind is om geen enkel contact meer te hebben met een van de ouders.
De wil van het (minderjarige) kind is geen wet. De ouders, dan wel de rechtbank, beslissen voor en in het belang van het kind. Wanneer een rechtbank zich uitspreekt over de verblijfsregeling van een kind, houdt zij rekening met alle informatie die haar voorligt. Als een kind gehoord kan worden, kan de rechtbank ook rekening houden met zijn of haar wensen. Een kind van twaalf jaar of ouder krijgt in principe altijd de mogelijkheid om gehoord te worden. Een kind jonger dan twaalf kan maar gehoord worden onder bepaalde omstandigheden.
Aangezien een rechtbank rekening houdt met alle informatie die haar voorligt, kan de rechter ook een beslissing nemen waar de minderjarige het niet mee eens is. Het is dan aan de ouders om het kind te stimuleren zich toch aan deze regeling te houden.
Reyns Advocaten heeft een ruime expertise binnen het familierecht en hecht bijzonder veel belang aan een persoonlijke aanpak. Indien u na het lezen van deze nieuwsblog nog verdere vragen zou hebben, staat Reyns Advocaten dan ook voor u klaar om deze te beantwoorden.
Janne THEEUWES