Op 1 september 2022 is de nieuwe Wet Externe Rechtspositie (WERP) – na herhaald uitstel – in werking getreden. Wie vroeger een gevangenisstraf van minder dan of gelijk aan 3 jaar kreeg, viel onder de bevoegdheid van de gevangenisdirecteur. De kortveroordeelde kon zijn/haar straf dan systematisch uitzitten met een enkelband (art. 23, §1, 2° van de wet van 17 mei 2006). Bovendien bleven straffen onder de zes maanden meestal zelfs volledig onbestraft.
Zoals aangehaald door mr. Tom Cielen in onze nieuwsbrief van 10 februari 2023, is het vanaf heden de strafuitvoeringsrechter (SUR) en niet langer de gevangenisdirecteur die beslist over de korte gevangenisstraffen tussen de twee en drie jaar, waardoor deze niet meer systematisch worden uitgezeten onder elektronisch toezicht.
Dit brengt met zich mee dat veroordeelden nu ook voor de kortdurende gevangenisstraffen tussen de twee en drie jaar meer administratie in orde moeten brengen om strafuitvoeringsmodaliteiten te kunnen verkrijgen. Deze nieuwsbrief poogt dan ook een leidraad te vormen voor al deze administratieve vereisten.
Wanneer iemand onder het nieuwe regime tot een gevangenisstraf van twee tot drie jaar wordt veroordeeld, krijg hij/zij na deze beslissing een brief van het Openbaar Ministerie die beveelt om zich binnen de vijf werkdagen bij de griffie van de gevangenis te melden. De veroordeelde moet dus sowieso eerst langs de gevangenis passeren.
Hierna is er een mogelijkheid om op bepaalde tijdstippen en onder bepaalde voorwaarden verschillende strafuitvoeringsmodaliteiten aan te vragen, zoals voorwaardelijke invrijheidsstelling, elektronisch toezicht en beperkte detentie.
Voordat een voorwaardelijke invrijheidsstelling aangevraagd kan worden, moet in principe een derde van de straf zijn uitgezeten. Bij herhaling kan dit oplopen tot minimum de helft.
Zes maanden voor deze datum komt de gedetineerde echter al in aanmerking voor elektronisch toezicht of beperkte detentie. Indien de gedetineerde in voorhechtenis heeft gezeten of meteen in aanmerking komt voor een straf onder elektronisch toezicht, kan het dus zijn dat hij/zij ook onder de nieuwe wetgeving meteen naar huis mag gaan in afwachting van een enkelband.
Naast deze tijdsvoorwaarden moeten ook nog andere toekenningsvoorwaarden worden voldaan. De SUR gaat namelijk na of er tegenaanwijzingen zijn voor de toekenning van de gevraagde strafuitvoeringsmodaliteit, dewelke betrekking hebben op de volgende elementen:
Wanneer bovenvermelde tijds- en toekenningsvoorwaarden voor het aanvragen van een bepaalde strafuitvoeringsmodaliteit voldaan zijn, kan de procedure op twee manieren worden voortgezet:
Ofwel kan deze na aanmelding bij de gevangenis thuis worden voortgezet in afwachting van een beslissing, ofwel wanneer dit niet mogelijk is, moet de gedetineerde vanuit de gevangenis de procedure opstarten en daar ook de beslissing afwachten.
Wanneer de veroordeelde bij aanmelding reeds aan de tijdsvoorwaarden voldoet, kan hij/zij onmiddellijk een aanvraag doen en in afwachting de gevangenis verlaten.
De procedure voor het aanvragen van elektronisch toezicht en/of beperkte detentie buiten de gevangenis verloopt in de volgende stappen:
Zodra de aanvraag is ingediend, wordt de verdere uitvoering van de gevangenisstraf automatisch geschorst en mag de veroordeelde de gevangenis verlaten. De aanvraag kan vanaf nu ook online ingediend worden via het nieuwe just-on-web portaal.
Op het moment van de aanvraag krijg de veroordeelde de volgende documenten mee:
Binnen de 15 werkdagen na het verlaten van de gevangenis moet het inlichtingsformulier worden ingediend op de griffie van de SURB. Dit kan ook weer zowel fysiek als online via just-on-web.
Indien de veroordeelde elektronisch toezicht wil aanvragen, moet in elk geval de volgende informatie worden meegedeeld:
Indien de veroordeelde een beperkte detentie wil aanvragen, moet in elk geval de volgende informatie worden meegedeeld:
Uiteindelijk neemt de SUR op basis van het ingediende dossier een beslissing.
Wanneer de rechter dat nodig acht, kan de veroordeelde nog gehoord worden op een zitting vooraleer de beslissing genomen wordt.
Indien de veroordeelde niet in aanmerking komt om de aanvraag van buiten de gevangenis te doorlopen, moet de procedure altijd volledig in de gevangenis worden afgewacht.
Dit is ten eerste automatisch het geval wanneer de tijds- en toekenningsvoorwaarden niet werden voldaan, maar ook wanneer het strafregister een veroordeling vermeldt wegens seksuele of terroristische misdrijven of er tekenen zijn van gewelddadig extremisme moet de veroordeelde in afwachting van de beslissing in de gevangenis blijven. Daarenboven is het mogelijk dat de veroordeelde de gevangenis nog niet mag verlaten omwille van het gevaar voor de fysieke of psychische integriteit van anderen, het gevaar voor onttrekking van de straf of het openstaan van een andere straf.
De aanvraagprocedure vanuit de gevangenis verloopt als volgt:
***
Bij verdere vragen over de strafuitvoering kunt u steeds contact opnemen met onze specialisten in het strafrecht. Reyns Advocaten staat u graag bij met raad en daad.